Diverse facturatie-instellingen toegelicht

Om declaratieregels in te kunnen richten, moet in Ons het declaratiesysteem geactiveerd zijn. Deze functionaliteit maakt het mogelijk om declaratieregels bij een cliënt aan te maken, aanvullende diensten en periodieke declaraties voor WMO en ZVW in te richten. Standaard staat deze functionaliteit aan. Volg deze stappen:

1. Ga naar Beheer > Facturatie > Instellingen.

2. Controleer of het vinkje bij 'Declaraties aanzetten' onder het kopje Algemeen aanstaat.

Dit is het resultaat:

Staat dit vinkje aan? Dan bevat het Administratief overzicht bij de cliëntgegevens het bovenstaande onderdeel Declaraties en aanvullende diensten.

Bij de optie Betalingsmethode is het mogelijk om te configureren wat de standaardbetalingsmethode is voor debiteuren van een bepaald type. Per debiteurtype is de betalingswijze naar eigen voorkeur in te stellen. Bij het aanmaken van een nieuwe debiteur zal de hier ingestelde betalingsmethode standaard overgenomen worden. Het blijft dan wel mogelijk om per debiteur de betalingswijze aan te passen.

De optie MAZ, MUT, Start en Stop worden vanuit Ons Administratie gedaan onder het kopje Intramuraal bepaalt hoe de begindatum van de prestatie in het AW319 bericht aangemaakt wordt.

• Staat het vinkje uit? Dan wordt het veld "begindatum prestatie" in de AW319 en in de WMO303/JW303 gevuld met de startdatum van de zorgtoewijzing van de betreffende functie.

• Staat het vinkje aan? Dan wordt het veld "begindatum prestatie" in de AW319 en in de WMO303/JW303 gevuld met de MAZ datum van de betreffende functie.

Deze optie geeft de mogelijkheid om mutatiedagen wel of niet te exporteren.

• Wordt er gekozen voor de optie Exporteer geen mutatiedagen'? Dan zullen eventueel ingevoerde mutatiedagen niet meegenomen worden in de export.

• Wordt er gekozen voor Exporteer wel mutatiedagen? Dan worden er vanaf de ingevoerde datum mutatiedagen meegenomen in de export. Voor de ingevulde datum zullen geen mutatiedagen meegenomen worden in de export.

Onder Journaliseren kunnen diverse opties rondom journaliseren ingesteld worden:

• Locatie als kostenplaats: bij het journaliseren is er de mogelijkheid om de locatie als kostenplaats te gebruiken per de ingevulde datum in het datumveld.

• Standaardwaarde kostenplaats: als de standaardwaarde van de kostenplaats niet wordt ingevuld, krijgt de kostenplaats in de journalisering de hier ingevulde waarde "kostenplaats is leeg". Deze standaardwaarde kan gewijzigd worden.

BTW grootboeknummers geeft de mogelijkheid om per btw-percentage een grootboeknummer in te voeren.

Hier zijn twee opties rondom financiële boekingen in te stellen:

• Bij periodetype is in te geven of de boekingen per maand of vierwekelijks worden weergegeven.

  Het vinkje bepaalt of het mogelijk is om handmatig correcties toe te voegen op de financiële boekingen.

Resultaat

Zijn handmatige correcties toegestaan? Dan verschijnt er achter de financiële boeking een plusje. Hiermee is het mogelijk om handmatig positieve en negatieve correcties door te voeren. Achter de financiële boeking verschijnt dan de tekst correctie. Wanneer bovenin het scherm de maand getoond wordt, betekent dit dat het periode type bij de facturatieinstellingen op maandelijks is ingesteld.

Per cliënt kan een aangepast tarief worden ingevoerd, dat afwijkt van het standaard tarief. Zie voor uitleg over deze instelling de handleiding Cliëntspecifieke tarieven instellen bij toewijzingen.

De koppeltabel bepaalt op welke manier declaraties aangeleverd moeten worden. Met de bovenstaande optie wordt ingesteld om altijd de regels van de koppeltabel te hanteren. Dit betekent dat de applicatie automatisch de juiste manier van declareren kiest en in het bovengenoemde geval dus kiest voor een aaneengesloten periode. Deze optie staat standaard aan vanaf 1 juni 2014.

Wanneer de hoofdprestatie in twee periodes wordt aangeleverd, moet de bijbehorende toeslag ook in twee periodes aangeleverd worden. Met deze instelling is aan te geven vanaf welke datum dit toegepast wordt.

Vanaf 2024.8 kan een ingangsdatum worden ingesteld om bij de ZVW-WV declaratie (AW319) de prestaties te splitsen voor producten die gedeclareerd worden per zorgperiode. Dit geldt voor ELV en een aantal wijkverpleging-producten.

Stel de cliënt heeft prestatie x (zorg langer dan 3 maanden in dit geval) die van 01 t/m 15 september verstrekt wordt. Vanaf 28 september wordt opnieuw prestatie x aan deze cliënt vertrekt. In de tussentijd heeft cliënt een andere prestatie, namelijk y die van 16 t/m 27 september geldig is.

Voorheen werd prestatie x in de declaratie als één regel van 01 t/m 30 september geschreven, waardoor deze afgekeurd werd omdat er sprake was van overlap. Prestatie x en y leken hierdoor tegelijk actief. Nu is het mogelijk om deze prestaties te splitsen, waardoor prestatie x opgesplitst wordt in twee regels: 01 t/m 15 september en 28 t/m 30 september. Hierdoor is er geen sprake meer van overlap, en wordt de declaratie niet meer afgekeurd.

Wordt er gebruik gemaakt van automatische declaraties waarvan de eenheid van de producten in 'stuks' is, dan zorgt deze optie ervoor dat vanaf de hier ingestelde datum het declaratiegedrag gevolgd wordt zoals ingesteld is als periodieke declaratie bij het product. Meer informatie over automatische declaraties is te vinden in Automatische en periodieke declaraties instellen voor ZVW-producten.